Na de Indonesische onafhankelijkheid werden Molukkers die als KNIL militair voor Nederland hadden gestreden, samen met hun familie, naar Nederland gebracht. Ze kwamen vooral van het eiland Ambon, één van de eilanden van de Molukken, wat weer onderdeel is van Indonesië. Ze werden in Nederland opgevangen in kampen (ook wel "woonoorden" genoemd) met het doel om terug te keren. Maar de meeste Molukkers zijn in Nederland gebleven. Meer info op Wikipedia: Geschiedenis van de Molukkers in Nederland.
De halfzus van mijn oma, "Tante Klaske" (Klaaske Tjoukje Kooistra *1927 †1989) organiseerde dat Molukse kinderen 's zomers twee weken bij Nederlandse families konden logeren. De kinderen kwamen uit verschillende kampen in Friesland: Oranje en Ybenheer (Oosterwolde), Wyldemerk (Gaasterland) en De Wite Peal (Sintjohannesga). Van het kampleven en de kindervakanties staan hieronder ongeveer 250 foto's en een paar krantenartikelen. Het krantenartikel dat ik bovenaan heb gezet, geeft een aardige inleiding, de artikelen daarna zijn wat meer van hetzelfde. De eerste helft van de foto's is van een album met zwart-wit foto's, de tweede helft zijn kleuren dia's. Vrijwel alle foto's zijn door Klaske gemaakt.
Alle foto's hieronder zijn in volledige digitaliseer-resolutie te downloaden: Molukkers-Friesland-1957-1963.zip.
Kopie van bovenstaand krantenartikel:
(Van onze redactrice)
Vraag aan de Ambonese kinderen uit de barakken in Gaasterland en Fochteloo wie mejuffrouw Th. K. Kooistra is en hun donkere ogen zullen groot worden van verbazing: dat iemand dat niet weet. Zij is immers "tante Klaske" en dat zegt alles. Want al woont tante Klaske tientallen kilometers ver van hun vandaan, de kinderen kennen deze blonde Friezin uit Leeuwarden allemaal en zij hen. Aan haar hebben ze nu al vier jaar achtereen een veertiendaagse vakantie in de Friese hoofdstad te danken. Eens twee weken in een normaal Nederlands gezin, in een stenen huis te wonen, te kunnen spelen met andere kinderen, eens heerlijk verwend te worden, daar kijken de Ambonese kinderen al maanden tevoren naar uit. En dan zullen zij tante Klaske niet kennen, die helemaal in haar eentje deze vakantie voor zo'n 100 à 150 kinderen tussen 6 en 14 jaar organiseert.
Een lustrum
Ze is al weer druk bezig met de voorbereidingen voor de komende vakantie, een lustrum. Neen, ze stippelt geen buitenlandse reisjes voor zichzelf uit. Voor haar zal het geen vakantie zijn. De enige week, die ze als corsetière in het jaar mag opnemen, offert ze op aan de kampkinderen. In die week haalt ze met auto-bussen de Amboneesjes op, ze bezorgt hen bij de pleegouders in de stad, de volgende dagen loopt ze opnieuw de pleeggezinnen af om te kijken of alles goed gaat. Dat is haar enige vakantie. Ze is er tevreden mee. Waarom maakt ze zich zo druk voor die kinderen, zelfs zo dat de weinige vrije tijd die ze heeft erbij in schiet niet? Al vele malen is het haar gevraagd. Soms door onvriendelijke mensen die zeiden: wat doen de Ambonezen hier, ze horen hier niet. Als mejuffrouw Kooistra dan antwoordde: ga eens in de kampen kijken, dan repliceerden ze met: daaraan hebben we geen behoefte. Overigens stoort mejuffrouw Kooistra zich aan deze opmerkingen niet. "Het is gemakkelijk praten zo. Door allerlei politieke verwikkelingen zijn ze hier gekomen. Al meer dan tien jaar leven ze in kampen en als je weet hoe die eruit zien. Bij een onderzoek is gebleken, dat 49 van de 56 woonoorden in ons land onbewoonbaar waren. Toen ik dat hoorde, heb ik en fikse brief naar minister Klompé gestuurd en nu zijn twee kampen opgeheven. Twee zijn er nog over: het Mohammedaanse in Gaasterland, het protestantse in Fochteloo."
De blonde, struise Friezin vertelt, dat ze wel eens huilend is weggelopen uit een kamp, zo verschrikkelijk was de huisvesting daar van de meestal zeer talrijke gezinnen. Een pleeggezin dat eerst beslist niet van een pleegkind voor de vakantie wilde horen, kwam daarop terug, toen het de brakken met de kleine kamertjes had bezocht. "Ik wist niet, dat het zo erg is, dit werk is heel nodig", zei de man tegen mejuffrouw Kooistra.
Christenplicht
Het is inderdaad nodig. Niet omdat de Ambonezen zo'n behoefte aan medelijden hebben. Voor de meeste kinderen is Nederland geen vreemd land. Het is echter nodig, dat vooral de Ambonese jeugd deel krijgt aan de Nederlandse samenleving, waarin ze misschien wel altijd zal moeten blijven. De bewoners van de kampen leven zeer eenzaam, contact met de Nederlanders is er niet. Eens zullen de kampen worden opgeheven. De Ambonezen zullen een eigen gezin stichten en ze zullen dan moeten leren, hoe een Hollands gezin in elkaar zit. Mejuffrouw Kooistra heeft nog meer redenen."Ik kan best begrijpen, dat deze mensen naar hun land terug willen, vooral de Mohammedanen, die hun godsdienst in ons land haast niet kunnen belijden. Op hun sabbath, vrijdags, moeten de mannen werken. Het klimaat ligt hen ook niet. Dan is het toch niet meer dan onze christenplicht die mensen een steuntje in de rug te geven, zodat ze zich thuis voelen in het land, dat hun mannen en vaders altijd hebben gediend. Je kunt niet doen alsof er geen woonoorden zijn, je moet niet neutraal blijven, dan ga je pas leven. Ik ben ontzettend van deze mensen gaan houden."
Niet de dupe
Al heel lang heeft mejuffrouw Kooistra voor de Ambonezen gewerkt, o.a., voor de stichting Door de Eeuwen Trouw. Vijf jaar geleden kwam ze in contact met het vakantiewerk. Er waren toen nog vier kampen in Friesland. Er bestond wel in Nederland een interkerkelijke commissie, die Ambonese kinderen zomers bij Nederlandse pleegouders onderbracht, maar in Friesland was dat nooit gelukt. Vijf jaar geleden was aan de Friese Amboneesjes ook een vakantie beloofd. Drie weken voordat ze zouden worden opgehaald, was er echter nog geen pleeggezin gevonden. Mejuffrouw Kooistra hoorde hiervan. "Toen ben ik maar op pad gegaan, je kunt die kinderen toch niet teleurstellen. Zij mogen tenslotte niet de dupe worden van dwaze streken van oude mensen." Binnen drie weken had tante Klaske het voor elkaar: tachtig Amboneesjes waren in Leeuwarden welkom. "Dat is eens maar nooit weer", dacht een oververmoeide tante Klaske na deze vakantie. Ze was al overspannen en toen kwam daar die hele organisatie nog bij. Je moet het toch weer doen, zei een predikant tegen haar. En ze deed het. Dit jaar zal ze voor de vijfde keer de gezinnen in de kampen langsgaan en de kindernamen noteren. Ze zal weer voor pleegouders zorgen, ze zal de kinderen weer halen en brengen en ze zal opnieuw zien dat de vervoerskosten (ƒ 500) en andere kosten (ƒ 200) bij elkaar komen. Al dit werk geschiedt pro Deo. juffrouw Kooistra heeft wel veel medewerking ondervonden van de kerken en de pers. Dit jaar wil ze nu eens niet bij de kerken aankloppen. Ze is onvermoeibaar. Met kleurendia's af te draaien en te vertellen over dit werk voor vrouwenverenigingen probeert ze nu het geld bij elkaar te krijgen. Deze eenvoudige 35-jarige Friezin, die zelf hard voor haar dagelijks brood moet werken, schroomt geen moeite voor de Ambonese kinderen en hun ouders. "Het is moeilijk hun hart te winnen, maar als je dat hebt, bezit je het ook voor goed." Tante Klaske heeft in ieder geval het hart van de Ambonezen in Friesland gewonnen.
Erbij horen
Zelf beleeft ze er veel genoegen aan. Ze ziet immers hoe de kinderen die veertien dagen uit logeren gaan op prijs stellen. Ze leven er op en hun ouders zijn bijzonder dankbaar. Ze krijgen het gevoel er weer een beetje bij te horen. Er ontstaan allerlei contacten tussen de pleegouders en de Ambonese ouders, die zich daardoor niet meer zo verlaten voelen; Dat is ook de bedoeling van het werk van tante Klaske.
Ze kan o zo boos worden als ze hoort, dat er een protestantse school in Friesland bestaat, die geen Ambonese leerlingen wenst. "Waar blijf je dan met je christendom?" Tante Klaske kan echter ook heel blij kijken, bijvoorbeeld bij het doorbladeren van haar foto-album: allemaal foto's van de kampkinderen die een heerlijke vakantie elk jaar weer krijgen. Hoe die kinderen dat zelf vinden, wie de foto's ziet, behoeft dat niet te vingen, Eén reactie willen we noemen, van een klein Ambonees meisje, dat in gebrekkig Nederlands schreef: "Mijn vader en moeder zegt van hartelijk bedankt van oom en tante. Wij kan u niets geven, maar God zal u geven veel dan wij geeft en God zal zegen met u heel gezin."
Beschrijving onder foto links: "Mejuffrouw Kooistra: voor de kampkinderen tante Klaske."
Beschrijving onder foto rechts: "Zul je niet teveel morsen bij het smeren van je boterham? schijnt deze Friese moeder te zeggen tegen het Ambonese meisje. Roosje mag dankzij de activiteiten van mejuffrouw Kooistra elk jaar veertien dagen vakantie in een Fries gezin doorbrengen."