Binnen de periode 1945 tot 1948 was mijn opa, Hessel Hoornveld (*1921 †2019), soldaat bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (afgekort; KNIL) in Nederlands-Indië, wat nu Indonesië heet. Meer info: Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog, Veteraneninstituut, beeldvorming koloniale oorlog. Hij heeft mij wel eens z'n litteken laten zien van een kogel die door zijn bovenarm was gegaan, maar verder praatte hij er weinig over. Wel heb ik van hem dit fotoboek. Alle foto's uit het boek staan hieronder, het zijn er ongeveer 300. Ik weet niet wie de foto's heeft gemaakt. Het krantenartikel van achterin het fotoboek, heb ik bovenaan gezet, voor wat verduidelijking.
Alle foto's hieronder zijn in volledige digitaliseer-resolutie te downloaden: Nederlands-Indië-1945-1948.zip.
Afkortingen in artikel:
KP = Knokploegen, of LKP (Landelijke Knokploegen), was een verzetsorganisatie tijdens de tweede wereldoorlog.
BS = Binnenlandse Strijdkrachten: Bundeling van verschillende verzetsorganisaties (waaronder de knokploegen) en jonge mannen die zich hier na de oorlog
bij aansloten.
---Kopie van bovenstaand krantenartikel:---
'Het leger van de prins' kun je het noemen, het bataljon Friesland. Prins Bernhard had namelijk een wezenlijk aandeel in de oprichting ervan. Kort na de bevrijding van Friesland, in april 1945, bracht de prins in zijn functie van bevelhebber der Binnenlandse Strijdkrachten een bezoek aan Leeuwarden. In hotel De Klanderij vroeg hij aan Epke Wiersma, commandant van het Friese BS-district 10: "En hoeveel mensen heb je eigenlijk voor Indië?"
Die opmerking was de aanleiding om een bataljon Friese vrijwilligers op te richten. Dat moest helpen om 'ons Indië' van de Japanners te bevrijden en terug te brengen onder Nederlands gezag. Dat ginds inmiddels een sterke nationalistische beweging was ontstaan, onderkende men hier toen nog amper. Heel wat Friese leden van de BS, zeg maar de 'Ondergrondse', besloten in het voorjaar van 1945 zich aan te melden voor dienst in Indië. De BS-pelotons die toen dienden als kustwacht - op de Waddeneilanden zaten nog weken na de bevrijding honderden Duitse militairen - konden als eerste tekenen. Velen deden dat, onder het motto 'Indië roept, wij gaan', zoals luitenant Kingma in zijn boek over de belevenissen van het Friese bataljon schrijft.
Kingma noemt het opvallend dat maar weinigen uit de oude XP, de illegale Knokploegen, zich opgaven. Hij geeft een verklaring waarom deze 'elite uit het oude verzet' niet meedeed: men stelde te hoge eisen. Als de KP'ers allemaal een motorfiets en een officiersbaantje hadden kunnen krijgen, was het waarschijnlijk anders gegaan, vermoedt Kingma. "Maar een militaire organisatie vereist nu eenmaal ander capaciteiten dan een ondergrondse." In elk geval deden veel mannen uit de illegaliteit die met een mindere functie in het Friese bataljon genoegen zouden moeten nemen, niet mee.
Eind mei '45 begon men de oude kampen IJbenheer en Oranje bij Oosterwolde en het Kamp Donkerbroek voor de OVW'ers, de oorlogsvrijwilligers, bewoonbaar te maken. Daar was de eerste opleiding voor de 800 man die het bataljon zou tellen. Prins Bernhard had alleen oud- BS'ers willen hebben (wat de officiële legerleiding maar niks vond; die sprak over 'de avonturiers van de prins'), maar zoveel Friese vrijwilligere waren er niet te vinden. Met als gevolg dat ook niet-Friezen werden ingelijfd.
Met de materiaalvoorziening was het in die naoorlogse maanden slecht gesteld. BS'ere deden aanvankelijk dienst in hun blauwe overalls, anderen in burgerkloffie. Pas later, toen het bataljon ingelijfd werd bij de Koninklijke Landmacht, kreeg men echte uniformen. Die hadden wel enkele griezelige eigenschappen: soms bruinrode vlekken en gestopte gaten; de vorige eigenaars waren daarin dus gewond of gesneuveld....
In Engeland volgde in het najaar van 1945 nog een korte militaire vervolgopleiding, waarna het Friese bataljon in november 1945 naar de Oost vertrok. Indië werd pas eind maart 1946 bereikt. Eerst bleven de Friezen namelijk enkele maanden in het Engelse Malakka voor verdere training.
Aan de eerste politionele actie tegen de Indonesische nationalisten deed het Bataljon Friesland mee. Daarbij en bij enkele ongelukken verloren 27 man het leven; een was nog in Friesland bij een auto-ongeluk omgekomen, een ander in Malakka overleden. Met 800 man was het bataljon vertrokken, 570 keerden in de zomer van 1948 terug. De anderen waren eerder gerepatrieerd, al dan niet gewond - het bataljon had in totaal 90 gewonden -, waren overgeplaatst, wilden in Indonesië blijven of van daar emigreren.
CHRIS KRUISINGA
Bijschrift rechts van foto: "Na terugkeer in Nederland maakte het bataljon op 2 augustus 1948 een mars door Leeuwarden."
---stukje over boek "Taco Kingma - Friesland was hier" weggelaten---